Gepassioneerd, gemotiveerd en gedreven zijn de woorden die bij praktijkdocent Eddy Ter Beest van bedrijfsvakschool SMEOT in Hengelo horen als hij over vakwedstrijden vertelt. Hij is hier zo’n 7 jaar praktijkdocent, nadat hij 24 jaar als lascoördinator, werkvoorbereider en leerlingbegeleider in het bedrijfsleven werkte en daarvoor als 15-jarige zelf de opleiding bij SMEOT volgde.
“Je wilt dat meer studenten meedoen met vakwedstrijden. Toen ik 7 jaar geleden bij SMEOT begon kwam ik er door Richard Roolvink (redactie: vakkampioen lassen 2015) mee in aanraking. Eerst was het via Vakkanjers en daarna bij Skills Heroes. Ik zag wat dit met één jongen deed en wat hij meemaakte. Zo’n ervaring is niet alleen leuk, maar ook heel waardevol. Dat zouden meer jongeren moet meemaken dacht ik toen”, aldus Eddy.
En zie, vandaag de dag doen 24 leerlingen intern mee aan tweedaagse laswedstrijden. De praktijkdocent vervolgt zijn betoog. “Binnen 3 jaar hebben we dat aantal bijna verdubbeld. Natuurlijk heeft meegeholpen dat we afgelopen jaren in samenwerking met ROC van Twente jongens eruit geselecteerd hebben die op Skills The Finals prijzen wonnen. Dat zien andere jongeren en dan wil iedereen wel. Maar zo was het echter eerst niet, want vakwedstrijden waren bij ouders en werkgevers helemaal niet bekend.”
Door de samenwerking met het ROC is dat veranderd. “We maken nu lasfilmpjes en verspreiden die via social media en Tiktok. Ons laatste filmpje is zo’n 20.000 keer bekeken en dat is veel.” Ter Beest doelt hiermee op de bekendheid voor het vak. En niets is hem voor dit lasvak te gek. “Als jongens mij vragen ben ik in de avonduren of in de vakantie beschikbaar, ook voor trainingen. Meehelpen dat ze hun beroepshouding verbeteren is mijn passie. Kijk, vmbo’ers die bij ons voor de eerste keer binnenkomen hebben ze hun keuze voor metaal al gemaakt. Dan zijn ze gemotiveerd. Maar nog voor de kerst werken we aan hun beroepshouding, want hoewel ze bij ons het vak leren worden ze pas een goede vakman of -vrouw op de werkvloer. Die houding geven we hen mee”.
Daarom dat voor de praktijkdocent vakwedstrijden van toegevoegde waarde zijn. “Voor de leerling, maar ook voor de werkgevers en voor het ROC”, vervolgt hij. “Zo zetten we oud-deelnemers in om leerlingen te inspireren en te motiveren voor aankomende wedstrijden, krijgen leerlingen door wedstrijden meer praktijkervaring wat weer belangrijk is voor werkgevers. Die werkgevers betrekken wij ook bij onze voorbereidingen en trainingen. Zij staan daar nu meer open voor en goed communiceren onder meer bij stagebezoeken heeft daarbij geholpen.”
“Prachtig om te zien is tevens hoe bij de teambuilding op het ROC onze jongens met studenten van andere opleidingen omgaan en elkaar bij de finales steunen. Daar groeien ze van. Dat effect en hoe wij met de theoriedocenten van ROC van Twente overleggen en samen de wedstrijden organiseren zijn voor mij van extra waarde.“
Op de vraag wat vakwedstrijden met hemzelf doen, zegt Ter Beest: “dat is trots worden en zien dat anderen trots op zichzelf worden. Vakwedstrijden bieden leerlingen ook een podium waardoor ze volwassen worden en gezien worden door werkgevers. En wanneer ouders voor de prijsuitreiking naar mij toe en zeggen dat ‘ze hun kind nog nooit zo zenuwachtig hebben gezien’, zegt mij dat voldoende. Ook al winnen ze niet weten wij dat ze volwassener in hun skills en vakmanschap zijn geworden. Dat is wat mij trots maakt! ”
